1. biljartspel
1. biljartspel
  • bil·jart
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘balspel op tafel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1782 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord biljart biljarts
biljarten
verkleinwoord biljartje biljartjes

het biljarto

  1. (spel) spel waarbij door middel van een lange, dunne houten stok (de keu), ballen in een rechthoekige bak met lage randen worden bespeeld
    • In het café konden oude mannen biljart spelen. 
  2. carambole-biljart, specifiek biljartspel waarbij de speelbal twee andere 2 ballen moet raken
    • Driebanden biljart is weer een speciale vorm van carambole-biljart. 
  3. tafel waarop het biljartspel wordt gespeeld
    • Een biljart is meestal heel zwaar. 
vervoeging van
biljarten

biljart

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van biljarten
  2. gebiedende wijs van biljarten
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]