1. Drie biljartballen.
  • bil·jart·bal
enkelvoud meervoud
naamwoord biljartbal biljartballen
verkleinwoord biljartballetje biljartballetjes

de biljartbalm

  1. (sport) gladde, massieve en vrijwel perfect bolvormige bal gebruikt in het biljartspel
    • De man stoot met zijn keu de witte biljartbal tegen de andere ballen. 
     Eind negentiende eeuw werd de ivoren biljartbal vervangen door zijn plastic opvolger.[3]
  2. (figuurlijk) (scheldwoord) man met een kaal hoofd
    • Die biljartbal maak op mij geen indruk met zijn laarsjes en zijn leren jasje.