tennis
![]() |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ten·nis
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘slagbalspel’ voor het eerst aangetroffen in 1901 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tennis | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
tennis o
- (sport) balsport
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
|
Anagrammen
Vertalingen
1. balsport
Werkwoord
vervoeging van |
---|
tennissen |
tennis
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tennissen
- Ik tennis.
- gebiedende wijs van tennissen
- Tennis!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tennissen
- Tennis je?
Gangbaarheid
- Het woord tennis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "tennis" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "tennis" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ tennis op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tennis | – |
Woordafbreking
- ten·nis
Zelfstandig naamwoord
tennis
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Italiaans
enkelvoud | meervoud |
---|---|
tennis | - |
Woordafbreking
- ten·nis
Zelfstandig naamwoord
tennis m
Fries
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels
Zelfstandig naamwoord
tennis
Afgeleide begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Limburgs
Zelfstandig naamwoord
tennis
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- ten·nis
Zelfstandig naamwoord
tennis m
Verbuiging
m | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | tennis | tennisen | - | - |
genitief | tennis' | tennisens | - | - |
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
- spille tennis
tennissen
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- ten·nis
Zelfstandig naamwoord
tennis m
Verbuiging
m | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | tennis | tennisen | - | - |
genitief |
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
- profesjonell tennis
het professionele tennis
Schots
Zelfstandig naamwoord
tennis
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /tɛnɪs/
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels
Zelfstandig naamwoord
Verbuiging
Schrijfwijzen
Hyperoniemen
Synoniemen
Verwante begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
West-Vlaams
Zelfstandig naamwoord
tennis
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.