kaatsen
- kaat·sen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kaatsen |
kaatste |
gekaatst |
zwak -t | volledig |
kaatsen
- inergatief (sport) een (vooral in Friesland beoefende) balsport spelen waarbij twee teams met de hand een balletje naar de tegenpartij slaan en daarbij op bepaalde manieren punten kunnen scoren
- ergatief een min of meer elastische botsing ondergaan
- De bal kaatste via de paal in het net.
- Het woord kaatsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kaatsen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "kaatsen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ kaatsen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be