• weer·kaat·sen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
weerkaatsen
weerkaatste
weerkaatst
zwak -t volledig

weerkaatsen

  1. overgankelijk door elastische botsing van richting veranderen
    • Het stille water van het meer weerkaatste de pracht van de met sneeuw bedekte bergtoppen. 
     Er klonk een schrille kreet, die door de ruimte weerkaatste.[1]
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1. Danielle Teller (vert. Marja Borg)
    “Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers  , ISBN 9789026346477
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be