• weer·kaatst
  • vervoeging van weerkaatsen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van
weerkaatsen

weerkaatst

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weerkaatsen
    • Jij weerkaatst. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weerkaatsen
    • Hij weerkaatst. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van weerkaatsen
    • Weerkaatst! 
vervoeging van: weerkaatsen…
verbogen vorm: weerkaatste

weerkaatst

  1. voltooid deelwoord van weerkaatsen