weerspiegeld
- weer·spie·geld
- vervoeging van weerspiegelen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van: | weerspiegelen… |
verbogen vorm: | weerspiegelde |
weerspiegeld
- voltooid deelwoord van weerspiegelen
- ▸ In zijn bril zag ik mezelf weerspiegeld en ik constateerde dat ik er net zo verwilderd uitzag als hij.[1]
- Het woord weerspiegeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers