weerkaatste
- Geluid: weerkaatste (hulp, bestand)
- weer·kaats·te
vervoeging van |
---|
weerkaatsen |
weerkaatste
- enkelvoud verleden tijd van weerkaatsen
- Ik weerkaatste.
- Jij weerkaatste.
- Hij, zij, het weerkaatste.
- Ik weerkaatste.
- verbogen vorm van weerkaatst, voltooid deelwoord van weerkaatsen
- Het woord weerkaatste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.