Finland.
De vlag van Finland.
demoniem
inwoner Fin
vrouwelijke inwoner Finse
bijvoeglijk Fins
  • Fin·land
enkelvoudbezitsvorm meervoud
naamwoord FinlandFinlands -
verkleinwoord -- -

Finland o

  1. (toponiem: land) een land in het noorden van Europa, grenzend aan Noorwegen, Zweden en Rusland
    • Finland staat ook bekend als het land van de duizend meren. 
demoniem
inwoner Finn
bijvoeglijk Finnish

Finland

  1. (toponiem: land) Finland

Finland

  1. (toponiem: land) Finland; een land in het noorden van Europa, grenzend aan Noorwegen, Zweden en Rusland
  • Fin·land
Naar frequentie 14443
  enkelvoud
nominatief   Finland  
genitief   Finlands  

Finland

  1. (toponiem: land) Finland; een land in het noorden van Europa, grenzend aan Noorwegen, Zweden en Rusland

Finland

  1. (Münsterlands) (toponiem: land) Finland; een land in het noorden van Europa, grenzend aan Noorwegen, Zweden en Rusland

Finland

  1. (toponiem: land) Finland
    «Finland is e Scandinoavisch land, 't ligt dus in 't nôorn van Europa.»
    Finland is een Scandinavisch land, het ligt dus in het noorden van Europa.

Finland

  1. (toponiem: land) Finland
    «Ut land eet officieel Rippebliek Finland en den oôdstad van Finland is Helsinki.»
    :Het land heet officieel Republiek Finland en de hoofdstad van Finland is Helsinki.
    «Finland is ìn van de Scandinavische lan'n in Noord-Europa.»
    Finland is een van de Scandinavische landen in Noord-Europa.