Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: demden
  • Dem
  • Accusatief van het Noorse voornaamwoord de (beleefdheidsvorm).
Naar frequentie 53

Dem

  1. (formeel), (2e persoon meervoud, objectsvorm, accusatief, beleefdheidsvorm) U, u
getal / respect pers. genus / bezield onderwerp (nominatief) nld. voorwerp (accusatief) nld.
enkelvoud 1e    jeg  ik  meg  mij
2e    du  jij  deg  jou
3e m persoon
m ding
 han 
 den 
hij  han  /  ham 
 den 
hem
v persoon
v ding
 hun 
 den 
zij  henne 
 den 
haar
o  det  het  det  het
meervoud 1e    vi  wij  oss  ons
2e    dere  jullie  dere  jullie
3e    de  zij  dem  hen
beleefdheidsvorm 2e    De  u  Dem  u