respect
- res·pect
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘eerbied’ voor het eerst aangetroffen in 1637 [1]
- Afgeleid van het Franse respect en het Latijnse woord respectus
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | respect | - |
verkleinwoord | - | - |
het respect o
- gevoel van bewondering op geestelijk en zedelijk vlak
- Respect voor buschauffeurs is tegenwoordig soms ver te zoeken.
- ▸ Er viel hierboven niks te faken of te bluffen, de bergen dwongen me om hen met respect en nederigheid te bejegenen.[2]
- erkenning
- Ik wil respect!!!
eerbied uit hoogachting of angst
- Het woord respect staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "respect" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "respect" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud |
---|---|
respect | - |
respect
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
respect | le respect | respects | les respects |
respect m