• vrou·wen·tong
  • samenstelling van  vrouw zn  en  tong zn  met het invoegsel -en-  [1] [2]
    • [2] omdat vorm en beweeglijkheid van de bladeren aan tongen van vrouwen doet denken
    • [3] omdat de vorm van het blad aan een smalle tong doet denken
enkelvoud meervoud
naamwoord vrouwentong vrouwentongen
verkleinwoord - -

de vrouwentongv / m

  1. beweeglijk lichaamsdeel in de mond zoals die door een vrouwelijk persoon wordt gebruikt om te spreken
     Zijn eerste cover: een foto van Cornelie Tollens van een vrouwentong die aan een raketijsje likt.[3]
     Vrouwen vechten nooit. Vrouwen doen alles met hun mond. Een vrouwentong is vaak zo scherp als een pas afgebroken stuk glas.[4]
  2. (bloemplanten) bepaald soort loofboom, Populus tremula  , die inheems is in de Benelux en tot 35 meter hoog kan worden
    Ook gebruikt als benaming voor een blaadje van deze boom.
     Wie niet gelooft dat het vooral mannen zijn die planten bijnamen geven, die moet die van de ratel­populier (Populus tremula) maar eens op zich laten inwerken: vrouwentong.[5]
  3. (bloemplanten) bepaald soort vetplant, Dracaena trifasciata  , die als kamerplant wordt gebruikt
    Ook gebruikt als benaming voor een blad van deze plant.
     Toen mijn Nani [oma] naar Nederland reisde nam zij een plant mee die in Suriname beter bekend staat als de vrouwentong.[6]
[2] namen van loofbomen in de Benelux:
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. vrouwentong op website: Etymologiebank.nl
  3.   Weblink bron
    Janna Laeven
    “Opiniebladen maken spannender covers dan glossy’s” (30 mei 2012) op nrc.nl  
  4.   Weblink bron
    Peter Bekkers
    “Liever vierendelen met woorden” (1 april 1995) op nrc.nl  
  5.   Weblink bron
    Ab Jansen
    “Vrouwentong” (14 september 2016) op rd.nl  
  6.   Weblink bron
    Fazle Shairmahomed
    “Jongvolwassenen van Hindostaanse afkomst en hun ‘onzichtbare’ gemeenschap” (7 september 2021), onderschrift foto op nrc.nl