Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • grau·we abeel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grauwe abeel grauwe abelen
verkleinwoord grauw abeeltje grauwe abeeltjes

Zelfstandig naamwoord

de grauwe abeelm

  1. (bloemplanten) Populus × canescens   een populier uit de sectie Leuce en de subsectie Albidae (abelen). De grauwe abeel wordt wel beschouwd als een kruising van de witte abeel (Populus alba  ) en de ratelpopulier (Populus tremula  ). De plant komt voor in Klein-Azië en in Zuid-Europa en Midden-Europa  . In Nederland wordt de boom al heel lang aangeplant
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen