Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • abeel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord abeel abelen
verkleinwoord abeeltje abeeltjes

Zelfstandig naamwoord

de abeelm

  1. (bloemplanten) bepaald soort loofboom, Populus alba   uit het populierengeslacht
Synoniemen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

53 % van de Nederlanders;
63 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

  • [1] abeel in het Nederlands Soortenregister N
  • [1] abeel op Wikidata  
  • [1] Witte abeel op "Wilde planten in Nederland en België"

Verwijzingen