• (IPA in voorbereiding)
  • flad·der·iep
enkelvoud meervoud
naamwoord fladderiep fladderiepen
verkleinwoord fladderiepje fladderiepjes

de fladderiepm

  1. (bloemplanten) Ulmus laevis   een boom die behoort tot de iepenfamilie (Ulmaceae  ). De boom komt van nature voor in Europa tot Bulgarije en de Krim met een niet aansluitende populatie in de Kaukasus. De boom komt vooral voor langs de Wolga   en de Donau in hardhoutooibossen. De boom kan goed tegen periodieke hoge waterstanden. Bomen van autochtone herkomst komen in Vlaanderen nog op een tiental plaatsen voor