De Donau bij Visegrád.
  • Do·nau
enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord Donau Donaus -
verkleinwoord - - -

Donau m

  1. (toponiem: rivier) Donau een rivier in Europa die in het Zwarte Woud in Duitsland ontspringt en naar de Zwarte Zee stroomt
    • De Donau markeert gedurende 500 km de noordgrens van Bulgarije (rechteroever) met Roemenië (linkeroever). 


  • Do·nau

Donau

  1. (toponiem: rivier) Donau
    «Die Donau ist der einzige große europäische Fluss, der nach Osten fließt.»
    De Donau is de enige grote Europese rivier die in oostelijke richting stroomt.


  • Do·nau
Naar frequentie 44207
  enkelvoud
nominatief   Donau  
genitief   Donaus  

Donau

  1. (toponiem: rivier) Donau
    «Til sammen finnes over 300 fuglearter langs Donau
    In totaal zijn er meer dan 300 soorten vogels langs de Donau.


  • Do·nau
  enkelvoud
nominatief   Donau  
genitief   Donaus  

Donau

  1. (toponiem: rivier) Donau
    «Om lag 100 millionar tonn varer vart transportert på Donau i 1987.»
    Ongeveer 100 miljoen ton vracht werd in 1987 op de Donau vervoerd.