verleden
- ver·le·den
- vervoeging van verlijden: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling ij-ee (IPAː /ɛi/ - /e/) [1] [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verleden | verledens |
verkleinwoord | verledentje | verledentjes |
het verleden o
- de voorafgaande tijd, dat wat voorbij is
- In het verleden.
- ▸ In de pelgrimstochten die ik in het verleden heb gelopen, de boeddhistische 88 Tempels tocht in Japan en de katholieke Camino de Santiago in Spanje, speelt het geloof een belangrijke rol.[4]
- ▸ In het verleden was de Amerikaanse STAR-detector altijd sneller in het vinden van recordbrekende antimateriedeeltjes. ‘Elke keer als ze [het LHC-team] ergens naar op zoek gingen, waren de onderzoekers van STAR ze voor’, zegt natuurkundige Horst Stöcker van het Frankfurt Institute for Advanced Studies in Duitsland. ‘Dit is de eerste keer dat het STAR-team iets nog niet heeft gezien, maar LHC-onderzoekers wel.’[5]
|
- Het woord verleden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verleden" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[7] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ verleden op website: Etymologiebank.nl
- ↑ verleden op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑
Weblink bron
Karmela Padavic Callaghan“LHC breekt record met detectie zwaarste antimaterie-atoom ooit” (23 april 2025), newscientist - ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be