onderwijsverleden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·wijs·ver·le·den
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onderwijsverleden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het onderwijsverledeno

  1. het onderwijs dat men eerder in zijn leven heeft genoten
Synoniemen
  1. vooropleiding

Gangbaarheid