Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • eer·ver·le·den
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen eerverleden
verbogen
partitief eerverledens

Bijvoeglijk naamwoord

eerverleden

  1. (tijdrekening) voorafgaand aan verleden; twee periodes in het verleden
     Het aantal verliesgevende zorginstellingen is in 2017 verminderd ten opzichte van het jaar ervoor, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek. De situatie van eerverleden jaar is ongeveer vergelijkbaar met die van 2015. In 2016 werden de resultaten gedrukt door een forse terugwerkende cao-aanpassing van de onregelmatigheidstoeslag. Dit is de grootste oorzaak van het verschil.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Opnieuw minder zorginstellingen die verlies lijden” (01-02-2019), Tubantia