scheef
- scheef
- In de betekenis van ‘schuin’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1477 [1] [2]
- erfwoord: Middelnederlands scheyff, ontwikkeld uit Oergermaans *skaifaz of *skaibaz, verwant met Lets šķìbs ‘schuin’ en Litouws skybẽlė ‘stuk, schijf, sectie’, (dial.) skybas ‘wigvormig stuk land’.[2] Evenals Nederduits scheef, Duits (vero.) scheif, (dial.) scheib en Zweeds skev.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | scheef | schever | scheefst |
verbogen | scheve | schevere | scheefste |
partitief | scheefs | schevers | - |
scheef
- niet recht, niet onder een rechte hoek
- Deze afbeelding maakt gebruike van een scheve projectie.
- verkeerd, onjuist
jaloers zijn op iemand
- de lampt hangt scheef.
het geld is op
- er is geen pot zo scheef, of er past wel een deksel op.
ook voor een minder mooi meisje is er een man te vinden)
- schots en scheef zijn/staan
ongeordend door elkaar heen
- zijn pruik staat scheef.
hij is gehumeurd
- zo scheef als een krab
erg scheef
1. niet recht, schuin
- erfwoord: Middelnederlands scēve ‘klein stukje, schijfje, vlasafval’, ontwikkeld uit Oergermaans *skibō-, nevenvorm met korte stamklinker van *skībō- (waarvoor zie schijf).[3] Evenals Nederduits Schääv, Duits Schäbe en Engels shive ‘schijfje, snede; scheef’.[4] [5]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scheef | scheven |
verkleinwoord | scheefje | scheefjes |
- (vlas- en hennepbewerking) stukje houtpijp, houtachtig afvaldeeltje van een vlas- of hennepstengel (in tegenstelling tot de vezels)
- (België): leem
1. afvaldeeltje van de houtpijp
- Het woord scheef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "scheef" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ "scheef" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ 2,0 2,1 scheef op website: Etymologiebank.nl
- ↑ scheef op website: Etymologiebank.nl
- ↑ scheef op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be