scheefkelk

Nederlands

Arabis procurrens

Uitspraak

• Geluid:  scheefkelk    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• scheef·kelk

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  scheef  en  kelk zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	scheefkelk	scheefkelken
verkleinwoord	scheefkelkje	scheefkelkjes

Zelfstandig naamwoord

de scheefkelk m

1. (bloemplanten) een geslacht Arabis  van winterharde planten uit de kruisbloemenfamilie (Cruciferae of Brassicaceae). Er zijn ruim honderd soorten, waarvan sommige meerjarig zijn. Scheefkelk heeft vrij grove bladeren die 's winters aan de plant blijven zitten. Om deze reden is scheefkelk een geschikte tuinplant. Scheefkelk is laagblijvend en heeft een kussenachtig uiterlijk en is daarom vooral populair in rotstuinen

Hyperoniemen

• kruisbloemenfamilie, zaadplanten, malviden, rosiden, bedektzadigen, landplanten, planten

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• alpenscheefkelk, pijlscheefkelk, randjesbloem, ruige scheefkelk, torenkruid, torenscheefkelk

Verwante begrippen

• armbloemige scheefkelk

Hyponiemen

• zandscheefkelk

Gangbaarheid

• Het woord 'scheefkelk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] scheefkelk in het Nederlands Soortenregister N
• [1] scheefkelk op Wikidata