Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • meer·ja·rig
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstellende afleiding van meer en jaar met het achtervoegsel -ig
stellend
onverbogen meerjarig
verbogen meerjarige
partitief meerjarigs

Bijvoeglijk naamwoord

meerjarig

  1. langer dan één jaar, met een tijdsduur waarin de aarde meerdere keren haar baan om de zon aflegt
  2. (plantkunde) pas bloeiend na een groei die verscheidene jaren duurt
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be