Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: мое
  • moe
enkelvoud meervoud
naamwoord moe
verkleinwoord moetje
moesje
moetjes

de moev

  1. (informeel) liefkozende benaming voor vrouwelijke ouder
    • (…) de naaikransjes, picknicks en vakanties met pa en moe maken plaats voor schoolclubs, fuiven en vakanties met vriendinnen (…) [6]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen moe moeër moest
verbogen moeë moeëre moeste
partitief moes moeërs -

moe

  1. geneigd tot rusten of slapen, afgemat
    • Hij was moe van al het werk. 
     Ik ging er even voor zitten, ik was moe en had nog maar een halve fles water over, dit was geen moment om een foute beslissing te nemen.[7]
  • moe maar voldaan
vermoeid door grote inspanning maar ook tevreden met het bereikte resultaat
•  Ik had al 12 dagen niet gedoucht en kwam moe maar voldaan aan in de stad South Lake Tahoe om eindelijk weer eens uit te rusten. [8] 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[9]


moe

  1. moeder