graven
- gra·ven
- In de betekenis van ‘in de grond spitten’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1]
- Germaans erfwoord: *graban
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
graven |
groef |
gegraven |
klasse 6 | volledig |
graven
- overgankelijk een gat in de grond maken met de handen of met een graafwerktuig
- ▸ Met mijn 17 gram zware deuce of spades-schep groef ik dagelijks een gat in de grond van ongeveer 10 cm diep als de grond niet te hard was.[2]
- Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in.
je wordt zelf ook slachtoffer als je een ander probeert te bedriegen
1. een gat in de grond maken met de handen of met een graafwerktuig
de graven mv
- Het woord graven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "graven" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "graven" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
graven | - | - |
graven
- gesneden
- «Graven images.»
- Gesneden beelden.
- «Graven images.»
- Afgeleid van het Oudsaksische gravan
graven
- Afgeleid van het Oudnederlandse gravan
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd | voltooid deelwoord | |
enkelvoud | meervoud | ||
graven | groef | groeven | ghegraven |
klasse 6 | volledig |
graven
- graven
- «Des Manend. na onser Vrouwen dach nat. bi den scepen in Poelstr, in Waterst., in Noerdenberghestr; ende in Engestr. do sie met den straatghenoten ghegraven hadden in der lantweren di den Veelde 22s.[1]»
- Op maandag na de dag van onze Vrouwe bij de schepen in Poelstraat, Waterstraat, Noordenbergestraat en Engestraat, omdat ze met hun straatgenoten in de landweer bij het Veld graafwerk verricht hadden: 22 stuivers.
- «Des Manend. na onser Vrouwen dach nat. bi den scepen in Poelstr, in Waterst., in Noerdenberghestr; ende in Engestr. do sie met den straatghenoten ghegraven hadden in der lantweren di den Veelde 22s.[1]»
- begraven
- ↑ Deventer stadsrekeningen uit 14e eeuw.
- Vroegmiddelnederlands woordenboek - Instituut voor de Nederlandse taal
- Middelnederlands woordenboek - Instituut voor de Nederlandse taal
- Afgeleid van het Middelnederduitse graven
graven
- gra·ven
Naar frequentie | 2790 |
---|
graven
- nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van grav
Naar frequentie | 4040 |
---|
graven
- nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van grav