ahondar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ahondar |
ahondaba |
ahondado |
volledig |
ahondar
- a·hon·dar
- overgankelijk
- dieper plaatsen, dieper maken, uitdiepen
- dieper geraken, dieper doordringen
- zich verdiepen in
- [1] hundirse
- [2] escudriñar