graverij
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gra·ve·rij
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van graven met het achtervoegsel -erij [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | graverij | graverijen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de graverij v
- het graven; het resultaat van graven
- "Op dit moment is het voor veel mensen vooral een enorme graverij", erkent woordvoerder H. Bijen van het Waterschap Rijn en IJssel, gevraagd naar de aanleg van waterbergingsgebieden rond de Berkel direct ten westen van Eibergen. [2]
- Te grote konijnenpopulaties kunnen schade veroorzaken aan land- en tuinbouwgewassen, maar ook aan het openbaar domein. 'De belangrijkste problemen die deze dieren veroorzaken zijn te wijten aan hun ondergrondse leefwijze. Konijnen kunnen met hun graverij enorme hoeveelheden grond verzetten en daardoor verzakkingen van wegen, voetpaden, dijken en sportvelden veroorzaken. [3]
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord graverij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "graverij" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 17-01-08 Vis kan binnenkort om stuwen heen
- ↑ De Standaard 17 JUNI 2008 OCMW jaagt op konijnen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be