• om·gra·ven

omgraven [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omgraven
groef om
omgegraven
klasse 6 volledig
  1. door graven de grond omwoelen
    • Vooral het omgraven van de tuintjes zorgt voor de nodige ongerustheid. ,,Niet alleen ik, maar ook mijn buren hebben hier een prachttuin, aldus Brigitte. ,,Maar hoe moet het nu binnenkort verder? Wij hebben een leuke vijver, maar waar zal ik verdorie met mijn vissen naartoe moeten. En al die wilde beestjes die hier rond trippelen? Die worden dus allemaal verjaagd. [2] 
    • De honden van Joseph Battice en Thierry Crepin hebben de speurders heel wat tijd bespaard door ervoor te zorgen dat de graafmachines van de civiele bescherming niet de hele tuin moesten omgraven. [3] 
76 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[4]