graaf
Niet te verwarren met: -graaf |
- graaf
- Leenwoord uit het middeleeuws Latijn, in de betekenis van ‘adellijke titel’ voor het eerst aangetroffen in 1201 [1]
- [bestuurlijke functie of titel] van Middelnederlands grave of greve; vergelijk middeleeuws Latijn graffio[2][3]
- [gegraven waterloop] van Middelnederlands grave; afgeleid van graven (werkwoord)[4][5]
- [spade] afgeleid van graven (werkwoord)
- [wiskundige beschrijving gegevens] van Oudgrieks γραφή (grafè) "tekening"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | graaf | graven |
verkleinwoord | graafje | graafjes |
de graaf m
- persoon met een voorname bestuurlijke functie of titel
- (verouderd) (vroege middeleeuwen) door de vorst aangewezen ambtenaar die het hoogste toezicht op de rechtspraak of een ander belangrijke activiteit uitoefent
- (leenstelsel), (adel) edelman, erfelijk bestuurder van een graafschap; oorspronkelijk leenman van een vorst, één rang lager dan markies, één rang hoger dan burggraaf, naderhand steeds meer zelfstandig heerser
- (adel) adellijke titel, niet meer verbonden aan een bestuurlijke functie
- (verouderd) uitgegraven waterloop, gracht, greppel
1. persoon met een voorname bestuurlijke functie of titel
(*) geen adel
2. uitgegraven waterloop, gracht, greppel
- 1. persoon met een voorname bestuurlijke functie of titel
- graaflijk, graafnagel, graafschap, grafelijk, gravendienst, gravenhoed, gravenhuis, gravenkasteel, gravenkroon, gravensteen, Gravenzande, gravin
1. geschiedkundige term voor een landsheer, oorspronkelijk belast met de rechtspraak...
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | graaf | graven |
verkleinwoord | - | - |
1. spade
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | graaf | grafen |
verkleinwoord | graafje | graafjes |
de graaf m
- (wiskunde) (elektrotechniek) beschrijving van gegevens in de vorm van een verzameling punten, knopen genoemd, waarvan sommige verbonden zijn door lijnen, de zijden, kanten of takken
- Een elektrisch netwerk is een voorbeeld waar de theorie van de gerichte grafen kan worden toegepast.
- Afhankelijk van de toepassing kunnen de lijnen gericht zijn, dan worden ze ook wel pijlen genoemd, men spreekt dan van een gerichte graaf of digraaf (directed of directioneel).
- knopen, knooppunten, vertices, takken, edges, mazen, bomen, maasstromen, knoopspanningen, netwerktheorie
1. beschrijving van gegevens in de vorm van een verzameling punten,...
vervoeging van |
---|
graven |
graaf
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van graven
- Ik graaf.
- gebiedende wijs van graven
- Graaf!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van graven
- Graaf je?
- Het woord graaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "graaf" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "graaf" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ graaf op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ graaf op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
stamtijd | |
---|---|
infinitief | voltooid deelwoord |
graaf |
gegrawe |
volledig |
graaf
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | graaf | grawe |
graaf
- (leenstelsel), (adel) graaf
- (gereedschap) schop, spade