vrijgraaf
- vrij·graaf
- samenstelling van vrij en graaf
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vrijgraaf | vrijgraven |
verkleinwoord | vrijgraafje | vrijgraafjes |
de vrijgraaf m
- (geschiedenis) (leenstelsel) een rechter naar oorspronkelijk oud-westfaalse wetten
- Het woord 'vrijgraaf' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.