• burg·graaf
enkelvoud meervoud
naamwoord burggraaf burggraven
verkleinwoord burggraafje burggraafjes

de burggraafm

  1. (leenstelsel), (adel) edelman, lager dan een graaf maar hoger dan een baron
86 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[2]


  • burg·graaf
enkelvoud meervoud
naamwoord burggraaf burggrawe

burggraaf

  1. (adel) burggraaf