• burg
enkelvoud meervoud
naamwoord burg burgen
verkleinwoord burgje burgjes

de burgv / m

  1. burcht
77 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[3]


enkelvoud meervoud
naamwoord burg burge

burg

  1. burcht
    «Hammershus was 'n versterkte burg aan die noordweskus van die Deense Oossee-eiland Bornholm.»
    Hammershus was een versterkte burcht aan de noordwestkust van het Deense Oostzee-eiland Bornholm.