baron
Niet te verwarren met: barón |
- ba·ron
- van Middelnederlands, baroen, "edelman/vorst". Leenwoord uit het Oudfrans, waar het op zijn beurt was ontleend aan het Frankisch.[1] In de betekenis van ‘adellijke titel’ voor het eerst aangetroffen in 1240. [2]
- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | baron | baronnen barons |
verkleinwoord | baronnetje | baronnetjes |
de baron m
- (adel) adellijke titel, in rang tussen jonkheer en burggraaf
- De baron van Münchhausen is een bekende romanfiguur.
- ▸ Haar vader de baron verlangde een welgestelde schoonzoon en dat was een onmogelijke eis.[3]
1. adellijke titel, in rang tussen jonkheer en burggraaf
- Het woord baron staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "baron" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ 1,0 1,1 baron op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "baron" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- ba·ron
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | baron | baronne |
baron
enkelvoud | meervoud |
---|---|
baron | barons |
baron
- Van Oudfrans baron; oorspronkelijk uit het Frankisch.
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
baron | le baron | barons | les barons |
baron m