graafwerk
- graaf·werk
- samenstelling van graaf ww en werk [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | graafwerk | graafwerken |
verkleinwoord | - | - |
het graafwerk o
- werk dat vooral bestaat in veel graven
- Verder ‘vond’ hij in een propagandafilm een scherf met een in de haast ingekrast hakenkruis, was hij adviseur van een tentoonstelling die duidelijk maakte dat al het goede niet uit het Oosten maar van de Germanen was gekomen, en deed hij mee aan een opgraving in de Oekraïne, waarbij krijgsgevangenen het graafwerk deden.[2]
- Het woord graafwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "graafwerk" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Theo Toebosch 11 mei 2018 Rijksmuseum van Oudheden: 200 jaar graven naar schatten in de grond
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be