Erwten
  • erwt
  • In de betekenis van ‘een plantenzaad, ook als voedsel’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • Uit Latijn ervum ("linzenwikke") [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord erwt erwten
verkleinwoord erwtje erwtjes

de erwtv / m [3]

  1. (bloemplanten) (voeding) Pisum sativum   een eenjarige plant die behoort tot de vlinderbloemenfamilie (Fabaceae  ) waarvan de peulvrucht eetbaar is. Veel van de genetische onderzoeken die Gregor Mendel   tot de wetten van de genetica leidden, deed hij aan erwten
    • Hou jij ook zo veel van erwten? 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]