peultjes
- peul·tjes
de peultjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord peul
- meervoud van het zelfstandig naamwoord peultje (Pisum sativum var. saccharatum)
- meervoudsvorm als officiële benaming (bloemplanten) een variëteit Pisum sativum var. saccharatum
en soort doperwt (Pisum sativum
) maar de gehele peul kan in jonge toestand gegeten worden. In de dunne groene peul kunnen in het jonge stadium de nog minuscule doperwtjes aangetroffen worden
- 2. Bloeiende peultjes.
- 2. Peultjes kort voor de oogst.
- 3. Een gele kom met peultjes.
- 3. Kip met champignons en peultjes.
- 1. De peultjes van de Westringia rigida
- 1. De peultjes van een Acacia saligna
variëren in grootte
- [1] peultjesmot
- Het woord peultjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.