peultjes
- (IPA in voorbereiding)
- peul·tjes
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | peultjes | |
verkleinwoord |
de peultjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord peul
- meervoud van het zelfstandig naamwoord peultje (Pisum sativum var. saccharatum)
- meervoudsvorm als officiële benaming (bloemplanten) een variëteit Pisum sativum var. saccharatum en soort doperwt (Pisum sativum ) maar de gehele peul kan in jonge toestand gegeten worden. In de dunne groene peul kunnen in het jonge stadium de nog minuscule doperwtjes aangetroffen worden
-
2. Bloeiende peultjes.
-
2. Peultjes kort voor de oogst.
-
3. Een gele kom met peultjes.
-
3. Kip met champignons en peultjes.
-
1. De peultjes van de Westringia rigida
-
1. De peultjes van een Acacia saligna variëren in grootte
- [1] peultjesmot
- Het woord peultjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [3] peultjes op Wikidata