Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
Erbse
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Duits
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Zelfstandig naamwoord
1.3.1
Hyponiemen
1.3.2
Afgeleide begrippen
2
Pennsylvania-Duits
2.1
Uitspraak
2.2
Woordafbreking
2.3
Zelfstandig naamwoord
Duits
Uitspraak
Geluid
:
Bestand bestaat nog niet.
Aanmaken?
IPA
:
/ˈɛʁpsə/
Woordafbreking
Erb·se
Naar frequentie
39683
enkelvoud
meervoud
nominatief
die Erbse
die
Erbsen
genitief
der Erbse
der
Erbsen
datief
der Erbse
den
Erbsen
accusatief
die Erbse
die
Erbsen
Zelfstandig naamwoord
Erbse
,
v
erwt
«Heute gibt's
Erbsen
und Karotten.»
Vandaag eten we
erwten
en wortels.
Hyponiemen
Braterbse
zn
Kichererbse
zn
Knallerbse
zn
Afgeleide begrippen
Erbsenbein
zn
Erbsenbrei
zn
Erbseneintopf
zn
Erbsenfeld
zn
Erbsenfrage
zn
erbsengroß
bn
Erbsengrün
zn
erbsengrün
bn
Erbsenhirn
zn
Erbsenkraut
zn
Erbsenmehl
zn
Erbsenpflanze
zn
Erbsenpistole
zn
Erbsenprobe
zn
Erbsenreis
zn
Erbsenschote
zn
Erbsenstein
zn
Erbsenstrauch
zn
Erbsenstroh
zn
Erbsensuppe
zn
Erbsenwickler
zn
Erbsenzähler
zn
erbsenzählerei
bn
Erbsenzählerin
zn
Erbswurst
zn
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
Geluid
:
Bestand bestaat nog niet.
Aanmaken?
IPA
:
/ ˈɛrpsə /
Woordafbreking
Erb·se
Zelfstandig naamwoord
Erbse
vrouwelijk meervoud
van
Erbs