• be·gin·sel

Naamwoord van handeling van beginnen met het achtervoegsel -sel

enkelvoud meervoud
naamwoord beginsel beginselen,
beginsels
verkleinwoord beginseltje beginseltjes

het beginselo

  1. regel waar je je in ieder geval aan wilt houden
    • Artikel 10: Beginsel van loyale samenwerking (Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (VEG)). 
  2. eenvoudig grondbegrip van een wetenschap
    • In de wetenschap is een belangrijk beginsel dat je geen bovennatuurlijke krachten als verklaring van een verschijnsel mag aanvoeren. 
  3. overtuiging, principe of stelling, met name op godsdienstig, moreel of politiek gebied
    • "Doe een ander niet wat u niet wilt dat u geschiedt" is een belangrijk moreel beginsel. 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be