hoofdbeginsel
- Geluid: hoofdbeginsel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhovdbəɣɪnsəl / (4 lettergrepen)
- hoofd·be·gin·sel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoofdbeginsel | hoofdbeginselen hoofdbeginsels |
verkleinwoord | - | - |
het hoofdbeginsel o
- overheersend uitgangspunt voor een samenhangend gedachtegoed
- Hij laat een pamflet zien met de kleuren van de oude Libische vlag. Verkiezingen, een nieuwe grondwet, een meerpartijensysteem en vrijheid van meningsuiting zijn de hoofdbeginselen. [2]
- Uit Gordons geschriften is af te leiden welke beginselen hij heeft gevolgd in de constructie van deze afbeelding. Het hoofdbeginsel is de vaststelling dat de Moetoana's die hij in het noorden gezien had in uiterlijk en taal overeenkwamen met de Kaffers die ver van Moetoana's woonden aan de oostgrens van de Kaapkolonie. [3]
- Het woord hoofdbeginsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Lindijer, K."En daar trokken we hun nagels uit" (26 februari 2011) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-08-23
- ↑ Huigen, S.Verkenningen van Zuid-Afrika. Achttiende-eeuwse reizigers aan de Kaap. (2007) Walburg Pers, Zutphen; ISBN 9789057304644; p. 108; geraadpleegd 2019-08-23