• be·gin·sel·vast
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen beginselvast beginselvaster (beginselvastst) *
verbogen beginselvaste beginselvastere (beginselvastste) *
partitief beginselvasts beginselvasters -

beginselvast

  1. niet van zijn principes afwijkend
     Hij was niet veroordelend, in deze kwestie was hij niet alleen uit eigen overtuiging beginselvast, hij was ook decennialang opgevoed door zowel Ingeborg als haar beste vriendin en bovendien zijn schoonzus Christa.[1]
  • Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving "meest beginselvast(e)" worden gebruikt. [2] [3]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142
  2.   Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “6.4.3.1.2 Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest.” (januari 2019), punt 4 op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  3.   Weblink bron “Omschreven trappen van vergelijking (algemeen)”, punt 3. op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)