legaliteitsbeginsel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • le·ga·li·teits·be·gin·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord legaliteitsbeginsel legaliteitsbeginsels
legaliteitsbeginselen
verkleinwoord -

Zelfstandig naamwoord

het legaliteitsbeginselo

  1. (juridisch) in sommige landen: beginsel volgens hetwelk het Openbaar Ministerie moet vervolgen als er een strafbaar feit gepleegd is (in Nederland geldt echter het z.g. opportuniteitsbeginsel)
  2. (juridisch) het beginsel dat een persoon alleen gehouden kan worden aan wetsbepalingen die al bestonden op het moment dat die persoon datgene doet waarop die wet betrekking heeft

Meer informatie

Gangbaarheid