legaliteitsbeginsel
- le·ga·li·teits·be·gin·sel
- samenstelling van legaliteit en beginsel met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | legaliteitsbeginsel | legaliteitsbeginsels legaliteitsbeginselen |
verkleinwoord | - |
het legaliteitsbeginsel o
- (juridisch) in sommige landen: beginsel volgens hetwelk het Openbaar Ministerie moet vervolgen als er een strafbaar feit gepleegd is (in Nederland geldt echter het z.g. opportuniteitsbeginsel)
- (juridisch) het beginsel dat een persoon alleen gehouden kan worden aan wetsbepalingen die al bestonden op het moment dat die persoon datgene doet waarop die wet betrekking heeft
- het beginsel is dus dat er geen straf kan zijn zonder wet (legaliteit)
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord legaliteitsbeginsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.