personaliteitsbeginsel

  • per·so·na·li·teits·be·gin·sel
enkelvoud meervoud
naamwoord personaliteitsbeginsel -
verkleinwoord - -

het personaliteitsbeginselo

  1. (juridisch) leidende rechtsgedachte die inhoudt dat voor de vraag onder welk recht de vreemdeling op een bepaald gebied leeft, de nationaliteit van die persoon beslissend is