astronaut
- Geluid: astronaut (hulp, bestand)
- IPA: / ɑstroˈnɑut / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˌɑstroˈnʌʊ̯t/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˌɑstroˈnɔʊ̯t/
- (Limburg): /ˌɑstroˈnaʊ̯t/
- as·tro·naut
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘ruimtevaarder’ voor het eerst aangetroffen in 1959 [1]
- Ontleend aan het Engelse astronaut.
Het is een pseudo-Oudgriekse samenstelling ἀστροναύτης (astronaútēs), opgebouwd uit ναύτης (naútēs; "zeeman") - met het voorvoegsel astro- met het achtervoegsel -naut [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | astronaut | astronauten |
verkleinwoord | astronautje | astronautjes |
de astronaut m
- (ruimtevaart) (beroep) een (Amerikaanse) ruimtevaarder
1. een Amerikaanse ruimtevaarder
- Het woord astronaut staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "astronaut" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "astronaut" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ astronaut op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Safae el Khannoussi“Oroppa” (2024), Uitgeverij Pluim
, ISBN 9789493339125
- ↑
Weblink bron “NASA is klaar met uitvoeren van tests met maanraket” (27 juni 2022), NU.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /astrɔnaʊ̯t/
- as·t·ro·naut
- (beroep)(ruimtevaart) astronaut; een ruimtevaarder
- Zie Wikipedia voor meer informatie.