Ovadja
Nederlands
Uitspraak
- IPA: / ovɑdˈja / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- Ovad·ja
Woordherkomst en -opbouw
- van Hebreeuws עוֹבַדְיָה en (Ovadja) "dienstknecht van de Heer" [1]
Eigennaam
Ovadja m
- (Jiddisch-Hebreeuws) (religie) naam van verschillende personen in de Tenach, waaronder de profeet Obadja
- (Jiddisch-Hebreeuws) (religie) boek in de Tenach, waarin de profeet Obadja een hoofdrol speelt, Obadja in de Bijbel
Synoniemen
Verwante begrippen
[2] boeken van de Tenach
- Ketoeviem (geschriften)
-
- sifree emet
- chameesj megilot (vijf rollen)
- Sjier Hasjiriem (Hooglied)
- Roet (Ruth)
- Echa (Klaagliederen)
- Kohelet (Prediker)
- Ester (Ester, Esther)
- (overige boeken)
Gangbaarheid
- Het woord 'Ovadja' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.