vuurtoren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vuur·to·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vuur en toren
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vuurtoren | vuurtorens |
verkleinwoord | vuurtorentje | vuurtorentjes |
Zelfstandig naamwoord
de vuurtoren m
- (scheepvaart) een hoog lichtbaken aan de kust
- De vuurtoren blijkt onbewoond te zijn.
- ▸ Het voetpad dat naar de vuurtoren op Vlieland leidt, is onlangs vernoemd naar Liesbeth List. De in 2020 overleden zangeres groeide op het Waddeneiland op.[1]
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een hoog lichtbaken aan de kust
Gangbaarheid
- Het woord vuurtoren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vuurtoren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Voetpad op Vlieland vernoemd naar Liesbeth List” (24 juni 2022), NU.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be