Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Sage

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·ge
Woordherkomst en -opbouw
  • Uit Middelnederlands saghe “het vertelde”, saghe “verhaal, vertelling”, ontleend aan Duits Sage, in de betekenis van ‘volksverhaal’ voor het eerst aangetroffen in 1483 [1] [2].
  • Weer in zwang geraakt in de 19e eeuw, onder invloed van de Romantiek.
enkelvoud meervoud
naamwoord sage sagen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de sagev / m [3]

  1. (letterkunde) (mythologie) een traditioneel volksverhaal dat vaak gegroeid is om een historische kern
    • De sage over het vrouwtje van Stavoren. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Opmerkingen
  • Onder invloed van de Romantiek, met diens nadruk op folklore en etnische authenticiteit, raakten de Oudnoorse saga heldendichten ook bekend in de meeste Europese cultuurgebieden.
Vertalingen

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
Woordafbreking
  • sage
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

[A] sage

  1. wijs
  2. (verouderd) ernstig, plechtig

Zelfstandig naamwoord

sage

  1. (filosofie) wijze, wijsgeer

[B] sage

  1. (plantkunde) salie, Salvia officinalis  


Frans

Uitspraak
Woordafbreking
  • sage
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

sage

  1. verstandig, prudent
  2. (van aard, karakter) sober, gematigd
  3. (verouderd) (van vrouwen, meisjes) kuis, bescheiden
  4. (informeel) (van kinderen) gehoorzaam, braaf, zoet

Zelfstandig naamwoord

sage v / m

  1. (filosofie) wijze, wijsgeer
  2. verstandig mens

Verwijzingen