gematigd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·ma·tigd
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘niet overdreven’ voor het eerst aangetroffen in 1401 [1]
- vervoeging van matigen: de stam met omvoegsel ge- -d [2]
Werkwoord
vervoeging van: | matigen… |
verbogen vorm: | gematigde |
gematigd
- voltooid deelwoord van matigen
- vormt de voltooide tijden
- Na al die kritiek, heb ik me een tijdje gematigd.
- Het bedrijf heeft de beloning van bestuurders de afgelopen jaren flink gematigd.
- vormt de lijdende vorm
- De toon van het publieke debat moet gematigd worden.
- De lonen moeten gematigd worden om de kosten in de hand te houden.
- attributief gebruikt
- De door de rechter gematigde eis werd toegewezen.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gematigd | gematigder | gematigdst |
verbogen | gematigde | gematigdere | gematigdste |
partitief | gematigds | gematigders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
gematigd [3]
- matig, niet tot uitersten vervallend
- De woningstichting heeft altijd een gematigd huurbeleid gevoerd.
- De warme Golfstroom zorgt hier voor een gematigd klimaat.
- In 1994 werden in een periode van 100 dagen honderdduizenden Tutsi's en gematigde Hutu's door extremistische Hutu-milities vermoord.
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord gematigd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "gematigd" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ "gematigd" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ gematigd op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be