prudent
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pru·dent
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | prudent | prudenter | prudentst |
verbogen | prudente | prudentere | prudentste |
partitief | prudents | prudenters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
prudent [2]
- met zorg, getuigend van wijsheid, getuigend van inzicht
- Cruciaal is en blijft 'een prudent niveau van overheidsschuld', zoals het Centraal Planbureau dat eerder dit jaar noemde. Momenteel betalen alle Nederlanders samen - zelfs bij de huidige lage rentestand - 11 miljard euro per jaar aan rente over de overheidsschuld. Als de schuld groeit en de rente stijgt, gaat die rentelast steeds zwaarder drukken op economische groei, op betaalbaarheid van voorzieningen en op de inkomens van mensen. [3]
- 'Frankrijk heeft een enorme inspanning geleverd om zijn overheidsfinanciën op orde te brengen' zei Rehn. 'Deze ontwerpbegroting wordt gekenmerkt door verantwoordelijk en prudent beleid.' De Finse eurocommissaris prees vooral de realistische aannames voor de economische groei waarop de plannen volgens hem zijn gebaseerd. [4]
- De redactie respecteert anonieme meldingen en gaat daar prudent mee om. Reageren, ook door zorgaanbieders, kan nog steeds naar j.kodde@tctubantia.nl. [5]
Synoniemen
Vertalingen
1. met zorg, getuigend van wijsheid, getuigend van inzicht
Gangbaarheid
- Het woord prudent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "prudent" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[6] |
Verwijzingen
- ↑ prudent op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 17-09-13, Lees de volledige troonrede hier terug
- ↑ Tubantia 26-09-13, EU positief over Franse begrotingsplannen
- ↑ Tubantia 17-08-14 Foute zorgdeclaraties zijn groot maatschappelijk probleem
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
Bijvoeglijk naamwoord
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
prudent | more prudent | most prudent |
prudent
- met zorg, getuigend van wijsheid, getuigend van inzicht, prudent, verstandig
Frans
Uitspraak
Woordafbreking
- pru·dent
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
prudent
- met zorg, getuigend van wijsheid, getuigend van inzicht, prudent, verstandig