zinnig
- zin·nig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zinnig | zinniger | zinnigst |
verbogen | zinnige | zinnigere | zinnigste |
partitief | zinnigs | zinnigers | - |
zinnig
- dat wat zin heeft, een toekomstig nut dient
- Voor de les eerst je lesstof eens doorlezen is een zinnige gewoonte.
- waar een logisch verband in te ontdekken is
- Ik heb tijdens die vele vergaderingen geen zinnige opmerking gehoord.
1. dat wat zin heeft, een toekomstig nut dient
- Het woord zinnig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zinnig" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be