• rap·port
enkelvoud meervoud
naamwoord rapport rapporten
verkleinwoord rapportje rapportjes

het rapporto

  1. schriftelijk bericht of verslag over een gebeurtenis of toestand
     De voorzieningenrechter stelde in juli dat de inhoud van het rapport op twee punten onzorgvuldig was, maar dat de gebreken niet zo groot waren dat het hele rapport onrechtmatig was.[4]
  2. (onderwijs) een schriftelijk bericht over de voortgang op school
    • Als ik een rapport kreeg met allemaal zessen, kreeg ik te horen dat ik harder mijn best moest doen. 
  3. (militair) melding aan een superieur over toestand die of gedrag dat in strijd met de voorschriften is
    1. zitting van een afdelingscommandant waar meldingen over verkeerde toestanden of gedragingen worden uitgebracht of waar de daarvoor verantwoordelijken daarop worden aangesproken
    2. spreekuur van de officier van gezondheid
  4. regelmatige herhaling van een klein beeld zodat een bepaald dessin ontstaat
    1. afstand tussen opeenvolgende herhalingen van een klein beeld binnen een dessin
    2. (textiel) kleinste aantal draden van ketting en inslag dat het patroon van een weefsel beschrijft
  • [3] op rapport komen
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]


  • rap·port

rapport m

  1. opbrengst, inkomsten
    «On cultive la gesse comme les pois, soit au champ, soit au jardin. Son produit est en raison de la qualité de la terre où on la sème ; mais pour qu'elle devienne d'un grand rapport , il faut la placer dans un bon fonds.»[2]
    Pronkerwten worden net als gewone erwten geteeld, op het veld of in de tuin. De productie ervan hangt af van de kwaliteit van de grond waarin ze worden gezaaid; maar voor een grote opbrengst moeten ze wel in goede aarde kiemen.
  2. verslag, rapportage (van ontplooide activiteiten, waarnemingen, enz.)
  3. verband tussen dingen of dingen en mensen
  4. gemeenschappelijkheid, met dat wat men gemeenschappelijk heeft
  5. (sociale) verhouding, betrekking, relatie (tussen mensen)
    1. mv (pregnant) (eufemisme) seksuele relatie
    «Toute femme suspectée d’avoir des rapports avec une autre femme était considérée comme une tribade, comme une fricatrice, car elle usurpait à l’homme le rôle qui procédait du frottement.»[3]
    Elke vrouw die verdacht werd van het hebben van een relatie met een andere vrouw, werd beschouwd als een tribade, een „fricatrice” [d.i. een dominante lesbienne], omdat zij zich de rol van de man toeëigende die voortvloeide uit de wrijving [van de geslachtsdelen].
  1. rapport (Etymologie) in: Le Trésor de la Langue Française informatisé (1971-1994)   op de website cnrtl.fr  .
  2. “Cours complet d'agriculture théorique, pratique, économique, et de médecine rurale et vétérinaire, […], ou Dictionnaire universel d'agriculture” (1809), l'Abbé Rozier, tome 3, Paris chez Buisson, chez Léopold Collin & chez D. Colas, p. 580
  3. Georges Zimra
    “La Passion d’être deux : le sexe ineffable” (1998), Érès, p. 191


  • rap·port
  • Afkomstig uit het Frans.

rapport m

  1. rapport, verslag
    «Den nye naturfagplanen sier at elevene skal gjøre undersøkelser og skrive rapporter
    Het nieuwe plan voor het leervak Natuurwetenschappen zegt dat studenten onderzoeken zullen doen en rapporten zullen schrijven.
m enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   rapport     rapporten     rapporter     rapportene  
genitief   rapports     rapportens     rapporters     rapportenes  


  • rap·port
  • Afkomstig uit het Frans.

rapport m

  1. rapport, verslag
    «Ein del av dei eldre rapportane er dessverre berre tilgjengelege på nett fordi vi ikkje har fleire trykte originalar igjen.»
    Enkele van de oudere rapporten zijn helaas alleen online beschikbaar, omdat we geen gedrukte originelen meer overhebben.
m enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   rapport     rapporten     rapportar     rapportane  
genitief