Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kerst·rap·port
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kerstrapport kerstrapporten
verkleinwoord kerstrapportje kerstrapportjes

Zelfstandig naamwoord

het kerstrapporto

  1. (kerst) (onderwijs) een schriftelijk bericht over de voortgang op school, uitgegeven vlak voor de kerstdagen
    • Op het kerstrapport stonden alleen maar achten en negens.